Visie

Onze BSO gaat uit van de Montessori methode “help mij het zelf te doen”.

We richten ons op de ontwikkeling naar zelfstandigheid, persoonlijkheid en besteden veel tijd aan het individuele en sociale ontwikkeling.

Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren een eigen persoonlijkheid in de samenleving te ontwikkelen waardoor ze later sterk op eigen benen kunnen staan.

Bij onze bso werken de kinderen met veilig zelf ontdekkend materiaal/leermiddelen, ook wel ontwikkelingsmateriaal genoemd. Montessori werkt met speciaal ontwikkeld Montessori materiaal. Dit materiaal is zelf corrigerend.

We werken met verschillende leeftijden in onze BSO. Er wordt gewerkt met 2 stamgroepen. Er is een groepsruimte ingericht voor de jongere kinderen (4-8 jr) en een ruimte voor de oudere kinderen (9-13 jr). Elke groep heeft zijn eigen identiteit en charme.

De kinderen maken verschillende ontwikkelingsfases door (gevoelige periodes), daarom hebben we verschillend materiaal dat we aan de kinderen bij hun ontwikkelingsniveau kunnen aanbieden.

Met activiteiten kijken we niet altijd naar de leeftijden. Door soms verschillende leeftijden bij elkaar te zetten, leren de kinderen van en met elkaar. Hierdoor leren de kinderen elkaar te helpen ongeacht de leeftijd. Vooral de oudere kinderen helpen de jongeren en voor de jongeren kunnen de oudere kinderen een voorbeeld zijn.

Wij ervaren deze verschillende leeftijden tijdens activiteiten als een positieve bijdrage aan de sfeer en aan de (sociale)ontwikkeling van het kind.

De omgeving hebben we zo ingericht dat de kinderen continu worden uitgedaagd. Door een kind nieuwsgierig te maken en te prikkelen zal een kind op onderzoek uitgaan. Door zelf op onderzoek uit te gaan doen de kinderen ervaring en indrukken op. Dit draagt weer bij aan de ontwikkeling van het kind.

Onze BSO ligt in een natuurlijke omgeving. Wij vinden het dan ook belangrijk dat de kinderen veel buiten zijn en van de omgeving leren. In de buitenruimte kunnen kinderen zelf op onderzoek uit en doen ze ervaringen op.

Bij onze bso werken een leidinggevende, pedagogische medewerkers, een pedagoog, een logopedist, vrijwilligers en stagiaires.

De pedagogische medewerkers staan in de groep en staan achter de visie van onze bso. Zij houden de individuele ontwikkeling van ieder kind nauwlettend in de gaten en reiken de kinderen het materiaal aan waarmee zij hun fantasie kunnen ontwikkelen en zich zo in de groep verder kunnen ontplooien.

Doordat we een kleinschalige bso zijn hoeven we niet vaak met vervanging te werken. De kinderen hebben altijd een vast gezicht in de groep, waardoor ze zich vertrouwd en veilig voelen. We creëren als het ware een tweede thuis.

Communicatie speelt een grote rol binnen onze BSO. Door een goede communicatie tussen de ouders en werknemers zullen de kinderen zich sneller thuis voelen en vertrouwen krijgen in de werknemers.

Twee keer per jaar wordt elk kind individueel geobserveerd. Deze observatie wordt met de ouders in een individueel gesprek besproken. Gezamenlijk worden er door de ouders, pedagogisch medewerkers en eventueel andere professionals (pedagoog, logopedist) nieuwe doelen en acties opgesteld voor het komende half jaar.

Kernpunten van de visie:

Kindbeeld    

Een kind is actief en heeft een natuurlijke aanleg tot ontwikkeling. Pas als de juiste omstandigheden worden gecreëerd zal het kind zich verder ontwikkelen; zijn hersenen zijn vormbaar. Bij de juiste omstandigheden moet gedacht worden aan een stimulerende omgeving, bescherming, een veilige relatie met de opvoeders, genegenheid van de opvoeders en sociale interactie met leeftijdsgenoten en opvoeders. Het vormgeven van deze omstandigheden kan het kind niet zelf, en het heeft hierbij de hulp van een verder ontwikkeld iemand nodig.

De ontwikkeling naar zelfstandigheid, persoonlijkheid en besteden veel tijd aan het individuele en sociale ontwikkeling.

Pedagogische doelen

-       Het bieden van een gevoel van veiligheid, om de ontwikkeling zo goed mogelijk te laten verlopen.

-       Het stimuleren van persoonlijke competenties ter vergroting van de zelfstandigheid.

-       Het bevorderen van sociale competenties ter verbetering van interactie met anderen.

-       Socialisatie; het bijbrengen van cultuureigenschappen, waarden en normen, waarbij opgemerkt moet worden dat dit zowel  bewust als onbewust gebeurt.

Opvoedingsmiddelen en opvoedingsvoorwaarden

-       Kinderparticipatie. Eigen initiatief wordt gestimuleerd en er wordt het kind een   gepaste mate van verantwoordelijkheid   gegeven.

-       Spel- en activiteitenbegeleiding. Onze medewerkers zorgen voor ruimte voor vrij spel en bieden groepsactiviteiten aan.

-       Binnen- en buitenruimte. De ruimtes zijn zo ingedeeld dat kinderen rustig en veilig kunnen spelen. Er wordt gewerkt met veilige, natuurlijke en zelfcorrigerende materialen.

-       Interactievaardigheden tussen kinderen onderling en tussen kind – pedagogisch medewerker. Deze zijn de basis voor ontwikkeling en het welbevinden van de kinderen.

-       Dagritme. Kinderen hebben behoefte aan structuur; het geeft ze houvast. Desalniettemin is er ruimte voor flexibiliteit. De medewerker zorgt ervoor dat vaste zaken als verzorging, rust en bijvoorbeeld huiswerk niet vergeten worden.

-       Organisatie van de groep. Er wordt door alle medewerkers gezorgd voor een positieve sfeer in de groep.

-       Observeren en volgen. Het observeren van de kinderen is een belangrijk pedagogisch middel om de ontwikkeling zo goed mogelijk te laten verlopen.

-       Samenwerken met de omgeving. Door een goede samenwerking tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers ontstaat een positieve sfeer wat ten goede komt aan de ontwikkeling van het kind. Door een goede samenwerking met de buurt en direct betrokken derden (scholen, taxibedrijf, artsenpost, bureau jeugdzorg) kan er gezorgd worden door een kwalitatief hoger aanbod.

Vormgeving pedagogisch klimaat

-       Emotionele steun en responsiviteit. Door correct te reageren op het kind voelt het zich begrepen en geaccepteerd. Het zorgt voor een gevoel van veiligheid, wat de basis is voor verdere ontwikkeling.

-       Autonomie en ruimte. Door zelf dingen te doen ontwikkelen kinderen zich. Het is dus van belang dat ze daar de kans voor krijgen door dingen zelfstandig te laten doen en ze daar ruimte voor te bieden.

-       Structureren en grenzen stellen. Dit biedt een kind houvast en biedt veiligheid, wat leidt tot een betere ontwikkeling van het kind.

-       Informatie geven en uitleggen. Door op het goede moment en op een correcte manier het kind informatie te geven of het kind iets uit te leggen, leert het kind de situatie te begrijpen. Een positieve benadering is hierbij heel belangrijk.

-       Begeleiden van interacties tussen kinderen. De ervaringen die kinderen opdoen in een groep met andere kinderen hebben veel invloed op hun welbevinden en ontwikkeling. Een goede begeleiding van deze interacties is essentieel.

-       Stimuleren van interacties tussen kind en ouders. De ouders zijn de primaire opvoeders en behoren als zodanig ook gerespecteerd te worden in hun rol. De taak van onze pedagogisch medewerkers is dan ook ze te stimuleren en te ondersteunen in deze rol.

Maak jouw eigen website met JouwWeb